Het jaar 2023 breekt aan. Een nieuw kalenderjaar gaat traditiegetrouw gepaard met arbeidsrechtelijke ontwikkelingen. Wat verandert er in het arbeidsrecht in 2023 en waar moet u als werkgever of HR-professional rekening mee houden? Hieronder vindt u een overzicht van enkele belangrijke arbeidsrechtelijke ontwikkelingen die per 1 januari 2023 in gaan.
Minimumloon gaat omhoog
Het minimumloon wordt per 1 januari 2023 verhoogd met 10,15%. Als gevolg hiervan wordt artikel 8 lid 1 sub a, b en c van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag aangepast. De nieuwe minimumloonbedragen zijn als volgt:
- € 1.934,40 per maand;
- € 446,40 per week;
- € 89,28 per dag.
NB. Op dit moment bestaat er geen wettelijk minimumloon per uur. Daarvoor deelt de werkgever het minimumloon per week door het aantal uur dat in de organisatie een fulltime werkweek is (meestal 36, 38 of 40 uur). Er is momenteel een initiatiefwetsvoorstel aanhangig, die voorziet in de invoering van een minimumuurloon. In dat wetsvoorstel wordt het minimumuurloon niet meer afhankelijk gesteld van de normale arbeidsduur (36, 38 of 40 uur). Het wordt omgerekend naar een uurloon op basis van een normale arbeidsduur van 36 uur per week. Dit heeft als gevolg dat het gemiddelde minimumloon wordt verhoogd. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel met betrekking tot het minimumuurloon met ingang van 1 januari 2024 in werking. Nog een jaartje wachten dus (zie Stb. 2022, 381).
Cao-loonsverhogingen
Ook op grond van een cao kan een loonsverhoging van toepassing zijn. Zo krijgt het personeel van universitaire ziekenhuizen in 2023 een loonsverhoging van in totaal 10 procent (per 1 januari 6% en per 1 november 4%). Medewerkers die vallen onder de cao Bouw & Infra krijgen een loonsverhoging van in totaal 5 procent (per 1 januari 2,5% en per 1 juli 2,5%). De cao Beroepsgoederenvervoer kent een loonsverhoging van 7,5 procent per 1 januari 2023. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Kijk goed in de toepasselijke cao of er een loonsverhoging is afgesproken waar uw medewerkers recht op hebben.
Maximum transitievergoeding gaat omhoog
De maximale transitievergoeding wordt in principe jaarlijks geïndexeerd (artikel 7:673 lid 2 en 3 BW). De maximale wettelijke transitievergoeding bedraagt in 2023 € 89.000,– bruto of maximaal één jaarsalaris indien het loon over twaalf maanden (het jaarsalaris dus) hoger is dan dat bedrag. In 2023 bedraagt de maximale wettelijke transitievergoeding € 3.000,– bruto meer dan in 2022 (€ 86.000,– bruto).
Onbelaste reiskostenvergoeding gaat omhoog
Vanaf 1 januari 2023 mag een werkgever 21 cent per kilometer onbelast vergoeden. Vanaf 2024 zal dat bedrag omhoog gaan naar 22 cent per kilometer. Dit volgt uit het Belastingplan 2023 (op 20 december 2022 aangenomen door de Eerste Kamer). Werkgevers mogen dus meer reiskosten onbelast vergoeden. Dit is geen verplichting. Werkgevers mogen immers zelf kiezen i) of zij een reiskostenvergoeding met werknemer overeenkomen en ii) hoe hoog de reiskostenvergoeding is. Let wel, als er al afspraken over de reiskostenvergoeding zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst of in een toepasselijke cao, is werkgever verplicht zich (ten minste) aan deze afspraken te houden.
Onbelaste thuiswerkvergoeding gaat omhoog
Werkgevers mogen in 2023 een onbelaste thuiswerkvergoeding verstrekken aan werknemers van € 2,15 per dag. De onbelaste thuiswerkvergoeding gaat dus met 15 cent omhoog.
AOW-leeftijd gaat omhoog
De AOW-leeftijd stijgt in 2023 van 66 jaar en zeven maanden naar 66 jaar en tien maanden (zie artikel 7a lid 1 sub L Algemene Ouderdomswet).
Tijdelijke uitbreiding WKR
De vrije ruimte in de Werkkostenregeling (“WKR”) gaat in 2023 tijdelijk omhoog van 1,7 procent (2022) naar 3 procent over de eerste € 400.000,– van de fiscale loonsom. Bij een fiscale loonsom van meer dan
€ 400.000,– bedraagt het percentage 1,18 procent. In 2024 vervalt de tijdelijke verhoging weer en geldt een percentage van 1,92 procent.
Premiekorting collectieve zorgverzekering
De premiekorting op een collectieve basiszorgverzekering is vanaf 2023 niet meer mogelijk. Hierdoor kunnen werknemers alleen nog korting krijgen op de premie voor de aanvullende zorgverzekering.
STAP-budget 2023
STAP staat voor STimulering Arbeidsmarkt Positie. Werkenden en werkzoekenden tussen de 18 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd kunnen één keer per jaar een STAP-budget van maximaal € 1.000,– per jaar aanvragen voor scholing en ontwikkeling, zolang er budget is. Het STAP-budget kan gebruikt worden voor een training, cursus of opleiding. Het STAP-budget voor 2022 is op, maar in 2023 starten er vijf nieuwe aanvraagperiodes. Op dinsdag 28 februari 2023 kan men weer een STAP-budget aanvragen bij het UWV. Let op: eerder werd door de Rijksoverheid gecommuniceerd dat het eerste aanvraagmoment op 2 januari 2023 zou zijn, maar het kabinet heeft besloten dat in januari geen aanvragen kunnen worden ingediend. Het besluit werd genomen om meer tijd vrij te maken om misbruik en oneigenlijk gebruik van de STAP-regeling terug te dringen. Het jaar 2022 heeft laten zien dat de interesse in het STAP-budget erg groot is, dus wees er snel bij op 28 februari 2023 indien u hier gebruik van wilt maken.
Tot slot
Hoewel het jaar 2023 binnen korte tijd van start gaat, bent u als werkgever of HR-professional binnen uw organisatie mogelijk nog bezig met het doorvoeren van de veranderingen als gevolg van de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (zie Stb. 2022, 277). Die wet is op 1 augustus 2022 in werking getreden. Heeft u uw arbeidsovereenkomsten al aangepast conform de (aanvullende/vernieuwde) informatieplicht? Klopt het nevenwerkzaamhedenbeding dat u hanteert? Weet u hoe het zit met de (vernieuwde) scholingsplicht en het studiekostenbeding?
Mocht u door de vele arbeidsrechtelijke ontwikkelingen door de bomen het bos niet meer zien; de sectie arbeidsrecht helpt u – ook in het nieuwe jaar – graag!
Prettige feestdagen en een gezond en gelukkig 2023.