Jaarlijks wordt van overheidswege vastgesteld met welk percentage de kinder- en partneralimentatie geïndexeerd moet worden. Zo ook dit jaar. Het percentage waarmee onderhoudsbijdragen met ingang van 1 januari 2023 stijgen is vastgesteld op 3,4%.
Sinds de bekendmaking van dit cijfer (eerder deze maand) hebben meerdere alimentatiegerechtigden ons de vraag gesteld waarom dit percentage zoveel afwijkt van de huidige inflatie (van 14,3%). Kennelijk gaan heel wat mensen ervan uit dat het indexatiecijfer gekoppeld is aan de inflatie. Dat is niet het geval. Het indexatiepercentage is in plaats hiervan gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de lonen in Nederland. Volgens het CBS zijn de gemiddelde lonen in vergelijking met vorig jaar 3,4% gestegen, zodat het indexatiecijfer hieraan gelijk is.
De gedachte achter deze systematiek is dat de draagkracht van een onderhoudsplichtige stijgt met de stijging van zijn loon en niet met de inflatie. Stijgt het inkomen van een onderhoudsplichtige (anders dan het gemiddelde loon) al jaren niet meer, bijvoorbeeld omdat hij/zij een salarisplafond heeft bereikt en het salaris niet wordt geïndexeerd, dan kan de rechtbank (op verzoek) beslissen om de indexatieverplichting uit te sluiten.
Twijfelt u of de alimentatie die u ontvangt of betaalt (nog) correct is, dan bieden wij voor vaste tarieven (vanaf € 295,–) een alimentatie-APK aan. Voor dit bedrag voeren wij een herberekening van de alimentatie uit en ontvangt u een mondelinge toelichting en advies. Ook voor andere alimentatiegerelateerde vragen kunt u contact opnemen met mrs. Tineke Noordegraaf- van Dijke en Kevin Scheper.