Preventie en duurzame inzetbaarheid van medewerkers is een groot goed. Dat vindt de regering ook. Daarom is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet. Wat houdt het wetsvoorstel in?
1 Instemmingsrecht ondernemingsraad of PVT
Alle medewerkers hebben belang bij een goed functionerende preventiemedewerker, die de werkgever van bijstand voorziet op het gebied van arbeidsomstandigheden. Er is een centrale rol weggelegd voor de preventiemedewerker. De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging krijgt daarom een instemmingsrecht op de persoon van de preventiemedewerker en de positionering van de preventiemedewerker. Neemt de ondernemer het besluit zonder instemming, dan kan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging de nietigheid van het besluit inroepen. Vervolgens kan de ondernemer de kantonrechter om vervangende toestemming vragen. Artikel 27 lid 3 tot en met 6 van de Wet op de ondernemingsraden wordt namelijk van toepassing verklaard.
2 Adviseren en nauw samenwerken
De preventiemedewerker krijgt ook als taak te adviseren en nauw samen te werken met de bedrijfsarts of arbodienst. Dat gebeurt in de praktijk al geregeld. Andersom dienen de arbodienstverleners nauw samen te werken, te adviseren en medewerking te verlenen aan de preventiemedewerker en de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de medewerkers als het gaat om genomen en uit te voeren maatregelen die zijn gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid.
3 Melden beroepsziekte
De bedrijfsarts of arbodienst moet een beroepsziekte melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, anders is er sprake van een overtreding.
4 Verduidelijking rol bedrijfsarts
Het komt nu soms voor dat de werkgever verzuimbegeleiding overlaat aan de bedrijfsarts. Dat is niet de bedoeling. Het wetsvoorstel verduidelijkt dat de bedrijfsarts een adviserende rol heeft bij de verzuimbegeleiding van individuele medewerkers.
5 Consultatie bedrijfsarts door medewerker
Medewerkers krijgen de mogelijkheid om de bedrijfsarts te consulteren voor individuele gezondheidsdeskundige vragen in verband het met verrichten van arbeid. De bedrijfsarts krijgt zo meer zicht op voorkomende gezondheidscasussen. Ook wordt zo de positie van de medewerker versterkt.
6 Doeltreffende toegang tot de bedrijfsarts
Van iedere medewerker wordt een actieve opstelling verwacht als het gaat om de eigen gezondheid. Iedere medewerker dient dan ook doeltreffende toegang te hebben tot de bedrijfsarts voor consultatie. Momenteel heeft slechts driekwart van de medewerkers toegang tot een bedrijfsarts. Er is sprake van doeltreffende toegang als tenminste:
- voor alle medewerkers kenbaar is dat deze faciliteit bestaat;
- de medewerker zonder toestemming van de werkgever gebruik kan maken van de diensten van de bedrijfsarts; en
- er geen onnodige drempels zijn wat betreft tijdstip en plaats van het consult; en
- de werkgever niet door de bedrijfsarts wordt geïnformeerd over het consult, de aanleiding of de uitkomsten daarvan op een tot de persoon herleidbaar niveau.
Dit zou het mogelijk moeten maken dat medewerkers de bedrijfsarts kunnen consulteren vóórdat er klachten zijn.
7 Gelegenheid tot bezoek arbeidsplaats door bedrijfsarts
De werkgever dient de bedrijfsarts in de gelegenheid te stellen om iedere werkplek te bezoeken.
8 Second opinion en klachtenprocedure bedrijfsarts
De medewerker heeft recht op een second opinion door een andere bedrijfsarts en de bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben.
9 Overeenkomst tussen werkgever en arbodienstverleners
Om naleving van bovenstaande eisen te waarborgen, wordt in de wet vastgelegd dat in de overeenkomst tussen werkgever en arbodienstverleners aandacht wordt besteed aan voornoemde zaken.
10 Meer handhavingsmiddelen voor Inspectie SZW
Tot slot krijgt de inspectie SZW, bij inwerkingtreding van het voorstel, meer mogelijkheden tot handhaving en toezicht. Zo krijgt de inspectie de mogelijkheid tot directe boeteoplegging indien een werkgever geen contract heeft met een bedrijfsarts of arbodienst.
De verwachting is dat de wijzigingen in 2017 in werking zullen treden.