De aangekondigde afschaffing van de fax door de Rechtspraak is in strijd met de wet en lijkt ondoordacht. Op 21 oktober 2021 schreven wij daarover een brief aan het bestuur van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Wij ontvingen op onze brief helaas geen reactie. Daarom verzochten wij de procureur-generaal bij de Hoge Raad een ‘vordering’ bij de Hoge Raad in te stellen. Meer specifiek ‘een vordering tot het doen van een onderzoek’ door de Hoge Raad.
Onze brief aan het bestuur van de rechtbank
In onze brief aan het bestuur van de rechtbank Zeeland-West-Brabant legden wij onze bezwaren uit tegen het moment en de manier waarop de Rechtspraak de fax afschaft. Daarbij is van belang dat fax op grond van de wet wordt gebruik voor het sturen van berichten aan gerechten in procedures waarin fatale momenten gelden. De fax speelt daarom tot op de dag van vandaag een essentiële wettelijke rol bij de toegang tot de rechter.
Wij juichen meer ‘moderne’ mogelijkheden om met de Rechtspraak te communiceren toe. Het besluit van de Rechtspraak leidt daar echter naar onze mening niet toe:
- Het nieuwe ‘Veilig Mailen’ lijkt namelijk niet doordacht en is daardoor een verslechtering;
- De motivering van het besluit tot ‘afschaffing van de fax’ is niet sluitend;
- Het besluit is bovenal in strijd met de wet.
Wij ontvingen op onze brief helaas geen reactie.
Verzoek aan de procureur-generaal Hoge Raad
Onder omstandigheden kan de procureur-generaal bij de Hoge Raad (‘P-G’) een ‘vordering instellen’ tot het doen van een onderzoek door de Hoge Raad. Dan onderzoekt de Hoge Raad de manier waarop een ‘rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast’ zich ‘in de uitoefening van zijn functie’ heeft gedragen (art. 13a Wet RO).
Wij menen dat er twee redenen zijn waarom de Hoge Raad het besluit dat in strijd is met de wet kan onderzoeken. Één reden is dat ieder ander extern of effectief toezicht ontbreekt. De enige instantie die mogelijk toezicht zou moeten uitoefenen is namelijk de Raad voor de rechtspraak. De Raad is echter zelf betrokken bij het besluit en/of ondersteunt en onderschrijft het besluit.
Daarom verzochten wij de P-G een ‘vordering tot onderzoek’ in te stellen. Ook vulden wij onze klacht aan met feitelijke ontwikkelingen ná onze brief aan het bestuur van de rechtbank.
Wij hopen van harte dat de P-G ons verzoek in behandeling neemt. Wij menen namelijk dat het niet uit te leggen is dat juist de Rechtspraak met dit besluit op deze manier in strijd handelt met de wet. Volgens ons is het voorzienbare gevolg daarvan dat rechtzoekenden het slachtoffer zullen worden. Door uitvoering van het besluit kan een rechtzoekende zijn procedure namelijk verliezen, met alle problemen en kosten van dien.
Brief De Voort Advocaten | Mediators aan de procureur-generaal van de Hoge Raad (pdf)