De Rechtbank Noord-Holland heeft op 29 november 2023 bepaald dat een bagagemedewerker van Schiphol recht heeft op loon voor de tijd dat hij voorafgaand aan zijn dienst verplicht aanwezig moest zijn. De voormalig bagagemedewerker moest voorafgaand aan zijn dienst minstens 15 minuten eerder aanwezig zijn. Als gevolg van de uitspraak van de rechter heeft de werknemer recht op betaling van € 3.614,98 achterstallig loon.
De voormalig bagagemedewerker was werkzaam als uitzendkracht voor AFS. De uitzendkracht werd steeds ter beschikking gesteld aan de afdeling Bagage Operational Support (‘BOS’) van Schiphol Nederland B.V. als bagage-afhandelaar.
Huisregel
Bij BOS golden afspraken voer de aanvangstijd en de eindtijd van de werkzaamheden. Deze zijn neergelegd in een ‘Memo Werktijden’. Daarin staat onder meer:
Aanvangstijd
Aanvangstijd bij de BOS-Coördinatie is altijd minimaal 15 minuten (één kwartier) voor aanvang van de gepland dienst: heb je een dienst van 06:00-13:30 uur, dien je dus jezelf uiterlijk om 05:45 uur fysiek bij de BOS-Coördinator gemeld te hebben.
(…)
Waarom deze memo? Gebleken is dat een aantal collega’s binnen de BOS van mening is dat zij zelf voorafgaand aan de geplande dienst eerder aanwezig moeten zijn.
Deze aanname is ONJUIST !
Het kwartier eerder aanwezig is een huisregel, die is ingesteld omdat in het verleden medewerkers bij een genoemde dienst pas om 06:00 uur precies aan kwamen lopen en pas rond 06:15 of later op hun positie aanwezig waren.
Als de uitzendkracht zich niet minstens een kwartier voorafgaand aan zijn dienst meldde, werd een kwartier van zijn werktijd aangemerkt als “niet gewerkt”, waarvoor hij dus niet zou worden betaald. Volgens AFS zou het gaan om een huisregel van BOS die zij mogen vaststellen om zo de werkzaamheden ordentelijk in te richten.
Werktijd
Volgens de rechter valt deze tijd echter onder werktijd. Volgens de rechter heeft dat vooral te maken met het feit dat de uitzendkracht in dat kwartier al valt onder het gezag van de werkgever. De uitzendkracht mag het kwartier niet vrij indelen en aan eigen zaken besteden zoals koffiedrinken, bellen, Whatsappen, kletsen, eten of drinken. Hij bevond zich immers op de werkvloer en of hij het kwartier deels zou kunnen gebruiken voor dergelijke privé-activiteiten was afhankelijk van de vraag bij welke gate hij was ingedeeld.
De advocaat van AFS geeft in een verklaring aan dat hij de uitspraak onvoldoende gemotiveerd vindt. De rechter zou geen duidelijke grens hebben getrokken. Hij vraagt zich af of de werktijd ook al begint wanneer je de parkeerplaats van de werkplaats op rijdt, of wanneer je vanaf thuis vertrekt.
De advocaat lijkt echter voorbij te gaan aan het argument van de Rechtbank Noord-Holland, dat de vraag of een werknemer onder het gezag staat van de werkgever en of hij vrij zijn tijd in kan vullen, bepalend is. Dat criterium is goed beschouwd redelijk helder en heeft ook een duidelijk afgebakende grens. Dat criterium werd eerder ook al gehanteerd in een uitspraak van het Hof Den Haag.
Beslissing
Omdat volgens de rechter het ‘kwartiertje’ onder werktijd valt, heeft de uitzendkracht recht op betaling van achterstallig loon. Het gaat om een periode van vijf jaar, van juni 2017 tot 1 juni 2022. In totaal heeft de uitzendkracht recht op betaling van € 3.614,98 achterstallig loon.
Heeft u vragen over werktijden of andere arbeidsrechtelijke vragen? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.