Een kwart tot een derde van de hoger beroepen in het bestuursrecht wordt geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard. In het overgrote deel van de gevallen geeft het oordeel over de feiten daarbij de doorslag. Bedrijven, instellingen en burgers zijn meer dan de overheid geneigd om naar aanleiding van een onwelgevallige uitspraak hoger beroep in te stellen.
Dit blijkt uit het recentelijk uitgekomen WODC-onderzoek ‘Hoger beroep in het bestuursrecht, Ontwerp-meetinginstrument voor dossieronderzoek en eerste meeting’. Voor dit onderzoek zijn 125 dossiers van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Centrale Raad
van Beroep onderzocht. Het gaat om geschillen over bestemmingsplannen, (bouw)vergunningen, sociale zekerheid, WOZ en ambtenarenzaken.Inhoud 3 Het onderzoek toont aan dat in zaken waarin de eiser is bijgestaan door een advocaat of andere professionele gemachtigde het percentage gegrondverklaringen substantieel hoger is dan in zaken waarin de eiser niet is bijgestaan. De doorlooptijd is in het algemeen wel langer wanneer er een professionele gemachtigde optreedt dan wanneer dat niet het geval is.