Stel dat je met jouw werknemer geen of geen geldig concurrentie- of relatiebeding overeen bent gekomen in de arbeidsovereenkomst. Staat het die werknemer dan vrij om zelf een onderneming te beginnen die dezelfde activiteiten als jouw onderneming uitoefent? De Voorzieningenrechter oordeelde in een zaak dat twee ex-werknemers inderdaad een concurrerende onderneming op mochten zetten. Sta je als werkgever altijd met lege handen als je geen concurrentiebeding hebt afgesproken? Of is mogelijk sprake van onrechtmatige concurrentie zonder concurrentiebeding?
Wat was er aan de hand?
Twee trainers trainen op basis van een overeenkomst van opdracht klanten van de sportscholen van hun opdrachtgever. Die lessen worden gegeven met behulp van EMS-apparatuur. De trainers hebben een andere visie op het trainen en willen in eerste instantie een van de sportscholen overnemen. Als de eigenaar hier niet mee akkoord gaat, vatten de trainers het plan op om een eigen sportschool te openen. Het idee is om de EMS-apparatuur af te nemen bij de eigenaar van de sportschool. Deze laatste gaat daarmee niet akkoord, omdat hij bang is voor concurrentie. Van belang is dat partijen geen concurrentie- en/of relatiebeding zijn overeengekomen.
De opdrachtgever beëindigt vervolgens de overeenkomst van opdracht met de trainers. De trainers benaderen vervolgens 38 klanten van de sportscholen en bieden de eerste les gratis aan in hun nieuwe sportschool. In het bericht staat ook dat de klanten het stil moeten houden omdat de trainers aangeven dat ze de klanten eigenlijk niet mogen benaderen. Een week later sturen de trainers nog een laatste bericht naar de 38 klanten waarin staat dat ze officieel gaan beginnen en dat ze een nieuwe leverancier voor de EMS-apparatuur hebben gevonden. Daarbij geven ze ook aan dat de nieuwe apparatuur beter is dan de apparatuur die gebruikt wordt in de sportschool van hun oud opdrachtgever.
Het uitgangspunt: vrijheid van concurrentie
De rechter oordeelt dat een werknemer zijn voormalig werkgever in beginsel mag beconcurreren als er geen of geen geldig concurrentie- of relatiebeding is opgenomen in de overeenkomst. Bij concurrerende werkzaamheden kan gedacht worden aan het oprichten van een concurrerende onderneming, in dienst treden bij een concurrent of klanten van de voormalig werkgever benaderen.
Uitzondering: onrechtmatige concurrentie in Vesta/Boogaard
Het voorgaande betekent niet dat een werkgever direct met lege handen staat. Zelfs als er geen concurrentiebeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst kan sprake zijn van onrechtmatige concurrentie. In het standaardarrest Boogaard/Vesta uit 1955 heeft de Hoge Raad een aantal omstandigheden genoemd waaraan voldaan moet worden wil er sprake zijn van onrechtmatige concurrentie, te weten:
- Het stelselmatig en substantieel afbreken;
- van het duurzame bedrijfsdebiet van de gewezen werkgever;
- met gebruikmaking van kennis en gegevens die de ex-werknemer bij de voormalige werkgever vertrouwelijk heeft verkregen.
De bewijslast ligt bij de werkgever en de rechtspraak op dit gebied leert dat rechters niet snel aannemen dat sprake is van onrechtmatige concurrentie als er geen concurrentie- of relatiebeding is overeengekomen.
Hoe liep het in deze zaak af?
Ook de Voorzieningenrechter toetst aan de criteria van Boogaard/Vesta en overweegt dat het louter (actief) werven van klanten van de voormalige werkgever door een ex-werknemer geen onrechtmatige concurrentie betekent. Vervolgens gaat de rechter dieper in op de beoordeling van de criteria. De rechter oordeelt dat het als normaal te beschouwen is dat de trainers 38 van hun voormalig klanten benaderd hebben met het nieuws dat ze niet meer werkzaam zijn voor hun oud opdrachtgever en dat ze een eigen sportschool beginnen. Het plan was reeds bekend bij de klanten en het feit dat ze een eerste gratis les hebben aangeboden maakt het niet dat de concurrentie onrechtmatig is. Het werven en reclame maken voor het bedrijf is inherent aan het opzetten van een nieuwe onderneming. Aan het vereiste van het stelselmatig en substantieel afbreken van het bedrijfsdebiet is geen sprake, aangezien er slechts twee berichten zijn gestuurd naar (een deel van) de klanten. Ook hebben de klanten zelf hun gegevens achtergelaten bij de trainers omdat ze benieuwd waren naar het project, de trainers hebben enkel de klanten benaderd die dat hadden gedaan en hebben geen andere klanten aangesproken. Het feit dat de trainers zelf aangeven in hun bericht dat ze misschien niet helemaal netjes bezig zijn, is voor de rechter niet van belang. De rechter oordeelt uiteindelijk dat geen sprake is van onrechtmatige concurrentie.
Advies
Deze uitspraak geeft het belang van een goed opgesteld concurrentie- of relatiebeding duidelijk weer. De rechtspositie van de werkgever in een concurrentiezaak is zwakker als er geen concurrentiebeding is overeengekomen. Rechters nemen niet snel aan dat sprake is van onrechtmatige concurrentie zonder rechtsgeldig beding in de overeenkomst. Het is wel mogelijk om onrechtmatige concurrentie zonder een dergelijk beding te betwisten, maar de vereisten zijn lastiger te bewijzen.
Wilt u een concurrentiebeding opnemen in de arbeidsovereenkomst of heeft u een geschil met een werknemer over (onrechtmatige) concurrentie? Of heeft u andere vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met het team Arbeidsrecht. Wij helpen u graag verder.