{"id":897,"date":"2017-12-13T00:00:00","date_gmt":"2017-12-12T23:00:00","guid":{"rendered":"http:\/\/devoort.pepdev.nl\/nieuws\/17821\/"},"modified":"2023-03-21T10:11:45","modified_gmt":"2023-03-21T09:11:45","slug":"or-verkiezingen-kiesgroepen-en-kiesrechten-ingeleende-krachten","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/devoort.nl\/nieuws\/or-verkiezingen-kiesgroepen-en-kiesrechten-ingeleende-krachten\/","title":{"rendered":"OR-VERKIEZINGEN: KIESGROEPEN EN KIESRECHTEN INGELEENDE KRACHTEN"},"content":{"rendered":"
Uitgangspunt is dat de ondernemingsraad een afspiegeling vormt van de groepen medewerkers in de organisatie. De verkiezingsregeling is cruciaal. Ondernemingsraden die aan het afspiegelingsbeginsel voorbij gaan, kunnen op de vingers worden getikt door de rechter. Dit blijkt wel uit de beschikking van 30 november 2017. Wat oordeelt de kantonrechter?<\/p>\n
Met het oog op de komende verkiezingen wil de ondernemingsraad van een schepenbouwbedrijf zijn OR-reglement wijzigen op twee punten:<\/p>\n
Beide wijzigingen zouden het eenvoudiger moeten maken om alle zetels te bezetten.<\/p>\n
De ondernemer is het niet met deze wijzigingen eens. Hij start een procedure.<\/p>\n
De ondernemingsraad moet zorgen voor een reglement waarin hij de verkiezingen regelt. In principe mag de ondernemingsraad zelf bepalen wat hij hierover regelt. Het reglement mag echter niet in strijd zijn met de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en ook een goede toepassing van de WOR niet in de weg staan.<\/p>\n
De kantonrechter constateert dat het medewerkersbestand is onderverdeeld in twee typen werknemers: \u2018blue collars\u2019 (metaalgerelateerde uitvoerende functies) en \u2018white collars\u2019 (engineering). Voor beide groepen gelden andere arbeidsvoorwaarden en zij hebben voor een deel andere belangen. Artikel 9 lid 4 WOR vereist dat beide groepen deugdelijk vertegenwoordigd kunnen zijn in de ondernemingsraad. De ondernemingsraad moet dus twee kiesgroepen instellen.<\/p>\n
Hoeveel zetels krijgt elke kiesgroep? Dat is afhankelijk van de omvang van de kiesgroepen. In dit geval is 62,5% white collars en 37,5% blue collars. Het aantal zetels in de ondernemingsraad moet zo veel mogelijk evenredig zijn, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. In dit geval zijn er volgens de kantonrechter bijzondere omstandigheden. De verwachting is namelijk dat het aantal blue collars zal dalen als gevolg van een transformatie van het bedrijf. Dit betekent dat de positie van de blue collars onder druk zal komen te staan, zodat zij juist een groot belang hebben bij een goede vertegenwoordiging in de ondernemingsraad. De kantonrechter bepaalt daarom dat elke kiesgroep 50% van de OR-zetels moet kunnen vervullen.<\/p>\n
Volgens de WOR kunnen alleen ingeleende uitzendkrachten na verloop van tijd stemrecht krijgen en verkiesbaar zijn als OR-lid. In dit geval wil de ondernemingsraad alle ingeleenden (ook gedetacheerden en zzp\u2019ers) kiesgerechtigd en verkiesbaar maken als zij ten minste 24 maanden in de onderneming werken. De ondernemingsraad mag dit niet eenzijdig in zijn reglement regelen. Hiervoor is volgens artikel 6 lid 4 WOR eerst toestemming van de bestuurder nodig. Als de ondernemingsraad en bestuurder er samen niet uitkomen, kunnen zij de kantonrechter om een beslissing vragen. De kantonrechter overweegt dat in dit geval het aantal ingeleenden meer dan een kwart is van het totale personeelsbestand. De meerderheid van de ingeleenden zijn \u2018blue collars\u2019. De kantonrechter oordeelt daarom dat het in het belang is voor een goede toepassing van de WOR dat alle ingeleenden die ten minste 24 maanden werkzaam zijn, actief en passief kiesrecht krijgen.<\/p>\n